zaterdag 5 juli 2008

De Lentepoll — Resultaten


Paul van Ostaijen is NIET de onomstreden meester van het Vlaamse dichten. Dat is de voornaamste stelling die naar voor treedt uit jullie feedback op de lentepoll. Het is slechts een indruk die ik opdeed doorheen de jaren, en verdere staving ware zeker op zijn plaats, maar het schijnt me altijd toe dat van Ostaijen die rol wel degelijk bekleedt in vele naslagwerken, bloemlezingen en cafégesprekken. Maar deze poll suggereert dus het tegendeel. Zijn lezers vandaag uitgekeken op het inmiddels uitgemolken experiment met taal en bladspiegel? Is van Ostaijen zijn reputatie van gedoodverfde vernieuwer aan het verspelen? Of genoot hij een overmatige appreciatie in de laatste decennia, onder invloed van niet-poëtische krachten? Noemen we bijvoorbeeld de vaststelling dat van Ostaijens dichtwerk koren op de molen is voor De Vlaamse Beweging, die hun gedachtengoed maar al te graag fundeert in een Vlaams literatuurlandschap (ik ventileer hier (een enigszins verkrachte versie van) de boodschap van Marc Reynebeau uit "Het Nut van het Verleden").

Wat er ook van zij, de Coninck spant de kroon. Niet geheel verrassend, want dat heb ik mogen vaststellen in kringen van jonge dichters: vroeg of laat valt zijn naam. Wat toevoegt aan zijn luister!

Bedankt voor jullie stemmen dichterkens, op naar een nieuwe poll.

Geen opmerkingen: